Concentraties van Belgische omvang

Concentraties tussen ondernemingen (in de omgangstaal ook wel ‘fusies’ genoemd) kunnen talloze industriële of commerciële doeleinden hebben, zoals bijvoorbeeld de uitbreiding naar nieuwe markten, die de consument en de economie ten goede komen. Door hun activiteiten te combineren kunnen ondernemingen bijvoorbeeld nieuwe producten ontwikkelen of hun productie- of distributiekosten beperken, wat de werking van de markt kan verbeteren en in het voordeel is van de consument.


Bepaalde fusies kunnen de werking van de markt evenwel schaden, meer bepaald door een dominante speler te creëren of te versterken. In dergelijke gevallen kunnen fusies leiden tot hogere prijzen, minder keuze of minder innovatie.


Daarom moet elke concentratie van een zekere omvang in termen van omzet (zie verder) vooraf worden goedgekeurd door de BMA, of in sommige gevallen door de Europese Commissie.


Een ‘concentratie’ in de betekenis van boek IV van het WER slaat op een transactie die leidt tot een duurzame wijziging in de zeggenschap van een onderneming, met andere woorden de mogelijkheid om een beslissende invloed uit te oefenen op de activiteit van de onderneming. Er is onder meer  sprake van een concentratie wanneer twee onafhankelijke ondernemingen besluiten te fuseren, wanneer een onderneming of een persoon die de controle heeft over een onderneming een andere onderneming of een deel van de activiteiten van de onderneming verwerft (overname), of wanneer twee ondernemingen op een duurzame manier een gemeenschappelijke onderneming (joint venture) oprichten.


Enkel concentraties die de volgende omzetdrempels bereiken (artikel IV.7 WER)  moeten aan de BMA worden aangemeld:

  • de betrokken ondernemingen halen samen een omzet in België van meer dan 100 miljoen euro; en
  • ten minste twee van de betrokken ondernemingen halen elk een omzet van minstens 40 miljoen euro in België.

Concentraties van Europese omvang

Grootschalige operaties hebben doorgaans effecten die de nationale grenzen overstijgen. In dat geval worden zij onderzocht door de Europese Commissie. Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties bepaalt onder welke voorwaarden een concentratie een Europese dimensie heeft. Er zijn twee opties:


De eerste vereist:

  1. een totale wereldwijde omzet van de betrokken ondernemingen van meer dan 5 miljard euro; en
  2. een omzet van meer dan 250 miljoen euro binnen de Europese Unie voor ten minste twee van de betrokken ondernemingen, elk afzonderlijk.

De tweede vereist:

  1. een totale wereldwijde omzet van de betrokken ondernemingen van meer dan 2,5 miljard euro;
  2. een totale omzet van de betrokken ondernemingen van meer dan 100 miljoen euro in minstens drie Lidstaten;
  3. een omzet van meer dan 25 miljoen euro voor ten minste twee van de betrokken ondernemingen in elk van de drie Lidstaten waarvan sprake is in punt 2; en
  4. een omzet van meer dan 100 miljoen euro in de Europese Unie voor minstens twee van de betrokken ondernemingen.

Concentraties die deze drempels bereiken hoeven echter niet aan de Europese Commissie te worden aangemeld indien elk van de betrokken ondernemingen meer dan twee derde van haar totale omzet in de Europese Unie binnen één en dezelfde Lidstaat behaalt.


Concentraties die onder toezicht staan van de Europese Commissie zijn niet onderworpen aan het toezicht van de BMA. Onder bepaalde voorwaarden kan de Commissie een concentratie die onder haar toezicht staat evenwel doorverwijzen naar de BMA. Een van die voorwaarden is dat de aangemelde concentratie in significante mate gevolgen voor de mededinging dreigt te hebben op een markt in België.

Concentratiemeldingen

Concentraties moeten bij de auditeur-generaal worden aangemeld door gebruik te maken van het formulier dat bij het koninklijk besluit betreffende het aanmelden van de concentraties van ondernemingen bedoeld in artikel IV.10 WER is gevoegd Ondernemingen moeten de concentratie melden na het sluiten van de overeenkomst of de ontwerpovereenkomst en voor de uitvoering ervan. De ondernemingen mogen de concentratie niet tot uitvoering brengen voordat de BMA zijn beslissing betreffende de toelaatbaarheid van de concentratie heeft genomen. In bepaalde gevallen kan de Voorzitter echter een ontheffing van het verbod toekennen (art.IV.10, §§4, 6 en 7 WER).


Voor de praktische modaliteiten van de aanmelding is het raadzaam vooraf contact op te nemen met het secretariaat van de BMA. Zolang de BMA geen specifieke richtsnoeren hanteert, wordt de gids voor goede praktijken voor het toezicht over concentraties van de Europese Commissie toegepast naar analogie.


Net zoals de Europese Commissie tracht de BMA optimaal gebruik te maken van de tijd die de eigenlijke aanmelding voorafgaat en nodigt de aanmeldende partijen uit om contact op te nemen met het Auditoraat alvorens de concentratie te melden. De contacten tijdens de periode voorafgaand aan de aanmelding zijn bedoeld om de aanmeldende partijen op een informele manier te helpen, zodanig dat het in te dienen aanmeldingsformulier volledig is, omdat anders de strikte termijnen voor het onderzoek naar een concentratie niet beginnen te lopen. Deze contacten kunnen ook helpen om eventuele mededingingsproblemen (schadetheorieën) te identificeren tijdens de eerste uitwisselingen en om de gesprekken aan te gaan over de informatie die de aanmeldende partijen zullen moeten indienen met het oog op het onderzoek.

Onderzoek en beslissing

Vereenvoudigde procedure

Bepaalde concentraties zouden niet tot mededingingsproblemen mogen leiden, gelet op hun aard of de geringe marktaandelen van de betrokken ondernemingen. De aanmeldende partijen kunnen in dat geval de toepassing van de vereenvoudigde procedure aanvragen (art. IV. 70, § 1 WER) :

  • Indien de auditeur vaststelt dat aan de voorwaarden voor toepassing van de vereenvoudigde procedure is voldaan en dat de aangemelde concentratie geen aanleiding geeft tot verzet, stuurt hij de aanmeldende partijen binnen de 15 werkdagen een beslissing die de toelaatbaarheid van de concentratie vaststelt. Deze beslissing wordt als een beslissing van toelaatbaarheid van het het Mededingingscollege beschouwd.
  • Indien niet aan de voorwaarden voor toepassing van de vereenvoudigde procedure is voldaan of indien er twijfels bestaan over de toelaatbaarheid van de concentratie, stuurt de auditeur binnen 15 werkdagen een beslissing naar de aanmeldende partijen waarmee een einde wordt gesteld aan de vereenvoudigde procedure.

Voor verdere details verwijzen wij naar de Mededeling betreffende de nadere regels voor een vereenvoudigde aanmelding van concentraties en de Mededeling inzake de aanvullende regels betreffende de vereenvoudigde procedure bij concentraties.

Iedere eis om inlichtingen door middel van een beslissing van de auditeur tijdens de concentratieprocedure (vereenvoudigde of normale procedure) schorst de onderzoek – en beslissingstermijnen (art. IV.40, § 1, lid 4 WER).

Procedure in eerste fase

De eerste fase begint wanneer de auditeur-generaal de aanmelding ontvangt, op voorwaarde dat zij volledig is. De auditeur definieert de betrokken markten en onderzoekt de veronderstelde effecten daarop van de concentratie. Daartoe kan hij informatie vragen aan de aanmeldende partijen, maar hij kan ook concurrenten, klanten en leveranciers om inlichtingen vragen.


In zijn analyse houdt de Auditeur onder meer rekening met de noodzaak om een daadwerkelijke mededinging te handhaven op de betrokken markten, om keuzemogelijkheden te behouden voor de leveranciers en gebruikers en om de belangen van de consument te vrijwaren.


Binnen een termijn van 25 werkdagen na de aanmelding legt de auditeur een voorstel van beslissing neer bij het Mededingingscollege. De termijn van 25 werkdagen kan nog met tien werkdagen worden verlengd wanneer verbintenissen worden voorgesteld om tegemoet te komen aan de bezorgdheid die de auditeur aanhaalt in zijn brief waarmee hij de aanmeldende partijen laat weten dat hij van mening is dat de voorgenomen concentratie de mededinging op de Belgische markt op significante wijze zou belemmeren.

Beslissing

Het Mededingingscollege hoort de partijen tijdens een hoorzitting en neemt een beslissing binnen een termijn van 40 werkdagen na ontvangst van de aanmelding. Die termijn wordt met 15 werkdagen verlengd wanneer ondernemingen voor het College verbintenissen aanbieden of wijzigen of de concentratie wijzigen om de concentratie toelaatbaar te horen verklaren (art. IV.66, § 3, 1° WER). De termijn kan tevens worden verlengd op verzoek van de partijen (art. IV.66, § 2, 2° WER).


Het Mededingingscollege verklaart toelaatbaar:

  • concentraties die een daadwerkelijke mededinging niet op een significante wijze belemmeren, onder andere door een machtspositie te creëren of te versterken; en
  • concentraties waarbij de betrokken ondernemingen samen niet meer dan 25% controleren van een voor de transactie relevante markt, ongeacht of het gaat om horizontale of verticale relaties.

Indien nodig kunnen de ondernemingen verbintenissen voorstellen opdat de concentratie toelaatbaar zou verklaard worden. Daarin worden voorwaarden bepaald die de bedrijven zullen naleven om te waarborgen dat de transactie geen nadelige gevolgen voor de mededinging zal hebben.


Indien er echter ernstige twijfels bestaan over de toelaatbaarheid van de concentratie kan het Mededingingscollege beslissen om de procedure van bijkomend onderzoek in te zetten (ook wel ‘tweede fase’ genoemd).  


Procedure in tweede fase en beslissing

Wanneer het Mededingingscollege ernstige twijfels heeft over de toelaatbaarheid van de concentratie zal het de zogenaamde procedure van de tweede fase inzetten. In dat geval voert de auditeur een bijkomend onderzoek uit en dient hij een herzien voorstel van beslissing in bij het Mededingingscollege binnen 30 werkdagen (volgend op de beslissing om de procedure van de tweede fase in te zetten).


Uiterlijk 20 werkdagen (verlengbaar door de auditeur) na de inleiding van de procedure (van de tweede fase) kunnen de aanmeldende ondernemingen verbintenissen aanbieden om een toelaatbaarheidsbeslissing te verkrijgen. De termijn van 30 werkdagen wordt verlengd met dezelfde duur als die welke de aanmeldende partijen hebben gebruikt om verbintenissen aan te bieden.
Het Mededingingscollege neemt een beslissing binnen een termijn van 60 werkdagen volgend op zijn beslissing om een tweede fase in te zetten. Deze termijn wordt verlengd: 1° met een zelfde duur als die welke de partijen hebben gebruikt om verbintenissen aan te bieden, 2° met 15 werkdagen indien de ondernemingen de concentratie wijzigen, en 3°  bij beslissing van het College op uitdrukkelijk verzoek van de ondernemingen, ten hoogste voor de duur die de partijen voorstellen, met een maximum van 20 werkdagen (art. IV.69, §2 WER).

Na voltooiing van de tweede fase neemt het Mededingingscollege één van de volgende beslissingen:

  • de concentratie is toelaatbaar zonder voorwaarden;
  • de concentratie is toelaatbaar, maar onder voorwaarden of met verplichtingen die waarborgen dat de betrokken ondernemingen de voorgestelde verbintenissen naleven; of
  • de concentratie is niet toelaatbaar.

Voor een overzicht van de procedure met betrekking tot concentraties zijn er vereenvoudigde schema’s beschikbaar:
schema inzake controle van concentraties: vereenvoudigde procedure
schema inzake controle van concentraties: procedure eerste fase
schema inzake controle van concentraties: procedure tweede fase

Geldboeten en dwangsommen

Het Mededingingscollege kan verder de volgende geldboeten en dwangsommen opleggen (art. IV.79 en 80 WER):

  • geldboeten tot 10 % van de wereldwijde omzet voor ondernemingen die de concentratie uitvoeren voordat deze toelaatbaar is verklaard of die de verbodsbeslissingen of goedkeuringsbeslissingen onder voorwaarden niet naleven;
  • dwangsommen tot 5 % van de gemiddelde dagelijkse wereldwijde omzet voor ondernemingen die de verbodsbeslissingen of goedkeuringsbeslissingen onder voorwaarden niet naleven of die de concentratie uitvoeren voordat deze toelaatbaar is verklaard;
  • geldboeten tot 1 % van de wereldwijde omzet voor ondernemingen of ondernemingsverenigingen die niet meewerken tijdens het onderzoek.

Beroep

De betrokken ondernemingen, de Minister evenals derden die een belang kunnen aantonen en die aan het Mededingingscollege hebben gevraagd om gehoord te worden kunnen een beroep indienen tegen de beslissingen van het Mededingingscollege (met inbegrip van stilzwijgende goedkeuringsbeslissingen als gevolg van het verstrijken van de termijn) bij het Marktenhof. Het beroep moet worden aangetekend binnen een termijn van 30 dagen na de kennisgeving van de aangevochten gemotiveerde beslissing.


Formulieren en aanvullende informatie

Formulier gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 augustus 2013 betreffende het aanmelden van de concentraties van ondernemingen bedoeld in artikel IV.10 van het Wetboek van economisch recht ingevoegd door de wetten van 3 april 2013: Formulier C/C betreffende de aanmelding van een concentratie overeenkomstig artikel IV.10 van het Wetboek van economisch recht (art. IV.10 WER).


Formulier CONC C/C-V/S betreffende de vereenvoudigde aanmelding van een concentratie overeenkomstig artikelen 9 en 61 van de Wet tot bescherming van de economische mededinging gecoördineerd op 15 september 2006: Formulier gevoegd bij de specifieke regels van een vereenvoudigde aanmelding van concentratie van 8 juni 2007.